Het aansluiten van een lantaarn is niet moeilijk als de volgende tips / aanwijzingen worden gevolgd.
Voedingsbron voor lantaarns: De led in de lantaarn kan het beste worden gevoed met gelijkspanning, wissel spanning kan ook maar is NIET aan te raden. Waarom wordt het afgeraden om een led te voeden met wisselspanning? Bij het voeden met wisselspanning gaat de led 50 keer per seconden aan/uit en heeft dan een licht opbrengst van maar 50%. De levensduur van de led is daardoor veel kleiner dan mogelijk is voor een led. (Men kan dat niet zien met het blote oog, maar bekijk het eens door een camera, dan kan men zien dat de led knippert) Geadviseerd wordt, indien gebruik wordt gemaakt van een wisselspanning transformator (van o.a. Marklin), de led verlichting toch te voeden met een gelijkspanning-voeding.
Maximale stroom door de led: |
Hoe dan wel de led voorzien van de juiste spanning en stroom? Om de juiste spanning en stroom te krijgen voor de led, wordt er gebruik gemaakt van een (voorschakel)weerstand. Wordt de weerstand teveel verlaagd, dan is er weer een flits en een geurtje (einde led).
Een dimmer in serie met deze weerstand, daarmee kan men de led minder fel of juist feller laten branden. |
En nu overgaan op het aansluiten van de lantaarn. In de lantaarn zit een Led. Vaak spreekt men over een plus(+) en een min(-) van de lantaarn. Andersom gaat de stroom niet van Kathode(-) naar Anode(+), dit is de sper-richting. Dit verklaart ook dat je een led verkeerd kan aansluiten, zonder dat deze kapot gaat! Zoals in hoofdstuk "saaie stof", moet een lantaarn voorzien worden van een weerstand. Zo houd je een duidelijk overzicht voor jezelf. Hier een voorbeeld hoe de weerstand gemonteerd moet worden tussen de lantaarn en de voeding: Wij van Modelbouwled hebben hiervoor een zeer praktische oplossing en een schroevendraaier is hierbij meer dan genoeg! Meer informatie over deze handige printplaat met voorgemonteerde weerstand vindt u hier. Wij van Modelbouwled hopen dat je veel hebt gehad aan deze informatie. |