HANDLEIDING VERKEERSLICHT
Knop A
Knop B
Klem ingang ‘system aan’
Lamp Verkeerslicht 1: Rood 1, Oranje 1, Groen 1,
Verkeerslicht 2: Rood 2, Oranje 2 Groen 2
Magneet 1 en Magneet 2 (via relay besturing)
Functie:
Het bordje stuurt 2 verkeerslichten (1 en 2) aan met elk rood-oranje-groen, waarbij telkens een van beide verkeerslichten op groen wordt gezet.
U kunt zo een wegafzetting besturen, maar ook een kruispunt door twee keer twee verkeerslichten parallel te schakelen.
Mogelijkheid voor Voetganger oversteekplaats.
Klem ingang ‘system aan’:
Indien deze ingang ‘laag’ wordt gemaakt (aan massa gelegd) dan worden de verkeerslichten actief, dat wil zeggen, ze gaan van rood naar groen en vv.
Als de verkeerslichten niet actief zijn dan zullen de oranje lampen knipperen.
Het overschakelen van de aan/uit modus gaat altijd via beide verkeerslichten op rood.
Dit is ook het geval wanneer het systeem.
De ‘groen’ tijd is variabel en kan (bij 100% snelheid) variëren van 8 tot 16 seconde.
Magneet 1 en 2:
Uitgang Magneet 1 gaat aan wanneer het ‘groen’ is voor verkeerslicht 1, magneet 2 wanneer het ‘groen’ is voor verkeerslicht 2.
Instellingen:
De instellingen geschieden met behulp knoppen A en B.
Nadat de instellingen klaar zijn worden deze opgeslagen in de besturing.
BELANGRIJK: Het opslaan van de instellingen gebeurt ca 10 seconden nadat de knop A en B niet zijn ingedrukt.
Indien de voeding van de besturing wordt weggenomen voordat deze tijd is verlopen zal de instelling niet worden bewaard en de vorige instelling na opstarten weer actief worden.
Duits/Nederlandse mode:
Het is mogelijk om het systeem in verschillende modi te zetten.
1. Nederlandse mode (rood->groen->oranje->rood)
2. Duitse mode (rood->rood en oranje->groen->oranje->rood)
3. Oostenrijkse mode (rood->rood en oranje->groen->groen knipperend->oranje->rood)
Druk hiervoor op knop B.
Nu gaan de rode, oranje of groene lampen branden.
Rood staat voor de Duitse modus, Oranje voor de Oostenrijkse en groen voor de Nederlandse modus.
Noot: in de modus voetgangersoversteekplaats (zie onder) zal de oranje led van verkeerslicht (2) uit blijven bij het instellen van de land modus.
Standaard instelling indien het systeem voor het eerst wordt ingeschakeld: Modus Nederlands.
FadeMode:
Het systeem heeft een licht fade mode, dat wil zeggen dat de LEDjes enigszins vertraagt aan en uit gaan.
Deze mode kan aan en uitgezet worden door bij het inschakelen (power-on) van het systeem Knop B ingedrukt te houden.
Het systeem blijft uit totdat de knop wordt losgelaten.
Let op: in rust zullen de oranje lampen altijd de fade mode hebben, onafhankelijk van de instelling.
Standaard instelling indien het systeem voor het eerst wordt ingeschakeld: Fade Modus AAN.
Snelheid:
Met Knop A kunt u de snelheid van het systeem instellen.
U kunt direct aan de knipperende oranje lampen zien wat de snelheid doet.
Met knop B kan het systeem zowel sneller als langzamer worden gezet.
De functie langzamer of sneller schakelt om zodra de knop ongeveer 10 seconden niet is ingedrukt.
Elke keer drukken binnen deze tijd maakt het systeem sneller dan wel langzamer.
De snelheid is instelbaar van 2x sneller tot 2x langzamer dan 100%
Standaard instelling indien het systeem voor het eerst wordt ingeschakeld: Snelheid 100%.
Tip: Bij een actief systeem schakelt het systeem naar oranje knipperen zodra knop A wordt ingedrukt.
Zodra dit knipperen stopt wisselt de functie van knop A bij nogmaals indrukken.
Voetganger oversteekplaats:
Het systeem kan schakelen zodat verkeerslicht 2 zich gedraagt als een voetgangers verkeerslicht.
De volgorde is nu rood->groen->groen knipperen->rood.
De oranje lamp doet niet meer mee.
De magneten werken zoals in de overige modi.
Deze mode kan aan en uitgezet worden door bij het inschakelen (power-on) van het systeem Knop A ingedrukt te houden.
Het systeem blijft uit totdat de knop wordt losgelaten.
Standaard instelling indien het systeem voor het eerst wordt ingeschakeld: Voetganger oversteek modus UIT.
Noot: Laat de schakeling na het wijzigen van een instelling minimaal 10 seconden onder spanning staan om het systeem de kans te geven om de gewijzigde waarden op te slaan.
